24
ten opzichte van de gehoorzenuw, de evenwichtszenuw en de hersenen kan variëren. Verder is gebleken dat
de groeisnelheid variabel is en mogelijk trager wordt naar gelang de leeftijd van de patiënt toeneemt [41].
Het is vooralsnog onmogelijk de groeisnelheid van een schwannoom van de 8
e
hersenzenuw te voorspellen.
Klachten
Een brughoektumor kan de volgende problemen veroorzaken:
vermindering van de functie van de 8
e
hersenzenuw (gehoor en evenwicht), maar ook van andere
hersenzenuwen;
druk op de hersenstam (verhoogde intracraniële druk);
blokkade van de ruimtes waar het hersenvocht zich bevindt [42].
Als gevolg van druk op de 8
e
hersenzenuw kunnen gehoorverlies, oorsuizen en duizeligheid optreden. Zeer
kleine tumoren geven soms geen klachten. Bij groei van de tumor kunnen ook de andere hersenzenuwen die
in de brughoek lopen in de verdrukking komen, zoals de 5
e
en de 7
e
hersenzenuw. Verdrukking van de 5
e
hersenzenuw heeft als gevolg pijnlijke tintelingen en/of een doof gevoel in een aangezichtshelft. Uiterst
zelden komt de 7
e
hersenzenuw in verdrukking met als gevolg een verlamming van de gelaatsspieren Indien
de tumor heel groot is, kunnen ook lager gelegen hersenzenuwen (9, 10, 11) uitvallen of stoornissen
optreden in de hersenvochtcirculatie (beperkte afvoer van hersenvocht mogelijk). Hierdoor kan de druk in
het hoofd toenemen met klachten als hoofdpijn, misselijkheid, braken, wazig zien en sufheid (inklemmen).
Dit kan uiteindelijk levensbedreigend zijn. Druk op de hersenstam is levensbedreigend omdat de regulatie
van de ademhaling, bloeddruk en hartslag, verstoord kan raken [43].
(b) Schwannomen van andere dan de 8
e
hersenzenuw
Beschrijving
Schwannomen kunnen, behalve vanuit de 8
e
hersenzenuw ook vanuit andere 11 hersenzenuwen ontstaan
(hersenzenuwen 3-7 of 9-12). Daarnaast kunnen schwannomen zich ontwikkelen vanuit de zenuwen die
vanuit het ruggenmerg komen (spinale zenuwen) of vanuit de perifere zenuwen die in de armen en benen
aanwezig zijn. Soms ontwikkelen NF2 patiënten een schwannoom aan één van de andere hersenzenuwen
(meestal 3
e
, 5
e
of 7
e
hersenzenuw). Spinale schwannomen komen vaak bij meerdere spinale zenuwen
tegelijkertijd voor
Klachten
Klachten die kunnen optreden bij schwannomen uitgaande van andere zenuwen dan de 8
e
hersenzenuw
hangen van de precieze locatie van het schwannoom af. Voor de volledigheid, maar uiterst zeldzaam
optredend, noemen we hier nog de gevolgen van schwannomen uitgaande van alle andere hersenzenuwen:
2
e
, 3
e
, 4
e
en 6
e
hersenzenuwen geven oog- en oogbewegingsstoornissen, waaronder een hangend ooglid en
een vergrote pupil. Een schwannoom van de 5
e
hersenzenuw geeft een doof gevoel in het aangezicht
(halfzijdig) en verminderd gevoel van het hoornvlies. Een schwannoom van de 7
e
hersenzenuw geeft een
hangend scheef gezicht. De 9
e
hersenzenuw geeft slik- en verslikklachten, de 10
e
geeft heesheid en
verslikken en de 11
e
geeft een afhangende schouder. Tot slot de 12
e
geeft een scheve tong.
Spinale schwannomen kunnen pijn, krachtsverlies en gevoelsstoornissen in een specifiek gebied op een
arm/been of romp veroorzaken. Schwannomen van de perifere zenuwen (niet ruggenmerg) kunnen
eveneens pijn, krachtsverlies en gevoelsstoornissen in een specifiek gebied op een arm of been veroorzaken.