30
2.6.2 Facialisparese
Verlamming van de aangezichtszenuw is een aangrijpende complicatie na een chirurgische ingreep of soms
van radiotherapie en kan onvolledig of volledig zijn. Bij een
onvolledige verlamming
van de
aangezichtszenuw beweegt de aangedane kant van het gezicht niet optimaal. Het gevolg is een scheef
gezicht. Bij een
volledige verlamming
is er totaal geen beweging in de aangezichtsmusculatuur.
Facialisparese heeft gevolgen voor het oog (zi
e 2.6.4 Oogheelkundige problemen )en de mond (voedsel- en
speekselcontrole, spreken), en er is kans op psychosociale problemen (zi
e 2.7.2 Psychosociale gevolgen van facialisparese ).
2.6.3 Evenwichtsproblemen
Evenwichtsproblemen treden (geleidelijk) op als gevolg van de druk die de brughoektumor(en) op de 8
e
hersenzenuw uitoefent, maar kunnen ook postoperatief (plotseling) optreden of verergeren (na chirurgische
verwijdering van een brughoektumor). Bij uitval van één evenwichtsorgaan, neemt het andere
evenwichtsorgaan de evenwichtsfunctie alléén ten dele over. Hierdoor worden dynamische omstandigheden
nog steeds slecht opgevangen.
Beiderzijds evenwichtsuitval leidt lichamelijk tot verlies van de drie belangrijkste evenwichtsfuncties:
verlies van beeldstabilisatie (leidend tot oscillopsie en verminderde dynamische visus);
verlies van balans /evenwicht (leidend tot o.a. wankel looppatroon; hoger valrisico);
verlies van ruimtelijke oriëntatie [62][63].
Door chirurgische verwijdering van een brughoektumor (met doorsnijden van de evenwichtszenuwen) kan
het evenwicht ook juist verbeteren/ herstellen [64].
Duizeligheid en problemen met balans zijn het vaakst gerapporteerde klachten. Patiënten hebben ook
moeilijkheden bij het lopen in het donker of op oneffen oppervlakten.
Er bestaat momenteel geen behandeling die de evenwichtsproblemen wegneemt of geneest. Vermindering
van klachten kan vaak wel bereikt worden door oefeningen (zi
e 4.5.2.4 Klachten en complicaties bij NF2 ).
2.6.4 Oogheelkundige problemen
Oogproblemen
komen voor als gevolg van facialisparese of in mindere mate als gevolg van een opticus
meningeoom. De volgende oogproblemen kunnen gevolgen zijn van facialisparese:
onvoldoende sluiting van het oog;
laagstand en/of een naar buiten gekanteld onderooglid (ectropion);
verminderde knipperfunctie van de oogleden;
slechte traanproductie.
Door het ectropion en/of de verminderde knipperfunctie wordt het oog niet goed bevochtigd. Dit kan leiden
tot een reflexmatige, overmatige traanproductie en beschadiging of infectie van het hoornvlies. Bovendien
kan bij een brughoektumoroperatie of -bestraling, de aangezichtszenuwtak van de traanklier ook beschadigd
raken. Hierdoor ontstaat een droog oog en een extra bedreiging voor uitdrogen van het hoornvlies en