Background Image
Previous Page  78 / 106 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 78 / 106 Next Page
Page Background

78

Bij NF2-patiënten kunnen de klachten langdurig bestaan of verergeren indien de tumor in grootte toeneemt.

Soms zijn de klachten zo ernstig dat is rolstoelgebruik onvermijdelijk is.

Hulpmiddelen bij evenwichtsproblemen

27

verplaatsings- of mobiliteitshulpmiddelen (bijv. driewielfietsen /rollator/rolstoel/stok of kruk);

hulpmiddelen voor algemeen dagelijkse levensverrichtingen (bijv. douchehulpmiddelen).

d. Oogheelkundige problemen

Oogproblemen

Bij totale aangezichtszenuwverlamming of gedeeltelijk verlamming waarbij het

oog niet voldoende sluit

, is in

eerste instantie acute bescherming van het oog noodzakelijk. Tijdens de nacht wordt hierbij het aangedane

oog met een zalf en /of verband behandeld/ afgesloten om uitdroging te voorkomen. Overdag kunnen

beschermende oogdruppels en of gels worden gebruikt [125]. Het afsluiten van de traanpunt kan worden

overwogen, zeker wanneer de gelaatszenuwuitval definitief is. In de acute fase kan ook Botuline toxine a

(Botox of Dysport) gespoten worden in het boven ooglid, waardoor na enkele uren een hangend ooglid

ontstaat die het oog beschermt. Na enkele weken is het botuline uitgewerkt en gaat het ooglid weer

omhoog.

Na de acute fase is het mogelijk om een goudgewichtje in het bovenooglid te plaatsen, dat het oog helpt

sluiten (oogsluiting wordt ook verholpen door reconstructie van de aangezichtszenuw, zie 4.5.2.4). Het

plaatsen van een goudgewichtje verhelpt vaak ook de

knipperfunctie

van het oog. De ingreep wordt

uitgevoerd onder plaatselijke verdoving [126] door plastisch chirurgen of daartoe getrainde oogartsen.

Bij een laagstand en/of een naar buiten gekanteld onderooglid (

ectropion

) is het mogelijk om d.m.v. een

operatie het ooglid strakker tegen de oogbol te trekken. Deze ingreep kan onder plaatselijke verdoving

verricht worden door plastisch chirurgen of daartoe getrainde oogartsen. Afhankelijk van de ernst kan ook

een statische ophanging van het onderooglid nodig zijn, bijvoorbeeld met gebruikmaking van een stukje

pees. In dit laatste geval wordt de patiënt onder volledige narcose gebracht.

Bij een

slechte traanproductie

in de vorm van overmatige secretie, kan in de traanklier botuline toxine

gespoten worden om te proberen het exces te verminderen. De kans op succes is klein en als de behandeling

aanslaat moet dit om de 2-3 maanden herhaald worden.

Zichtproblemen

Behandelingen van zichtproblemen als gevolg van de diverse oogheelkundige kenmerken van NF2 zijn

beschreven in 4.5.2.2.

Bij

progressieve visusdaling

als gevolg van een opticus meningeoom is bestraling van het gezwel een

mogelijke behandeloptie. Bestraling kan niet alléén visusbehoud van ongeveer 5 jaar geven, maar leidt in

ongeveer één derde van de (niet-NF2-patiënten met opticus meningeoom) patiënten tot verbetering van de

visus. Bij ongeveer 10% gaat de visus alsnog achteruit na bestraling [127] [128].

De kans op bijwerkingen van bestraling zijn reëel bij NF2-patiënten. Dit kunnen de volgende zijn:

droge ogen;

2

7 http://www.wegwijzerloket.nl e

n

http://www.hulpmiddelenwijzer.nl