Background Image
Previous Page  38 / 72 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 38 / 72 Next Page
Page Background

Zorgstandaard MD1 2015

38

Ondanks de toenemende spierzwakte kunnen patiënten hun dagelijkse activiteiten meestal nog

lang zelfstandig blijven uitoefenen. Wel is het van belang om tijdig hulpmiddelen in te zetten en

alert te zijn op de risico's van vallen. Op de lange termijn kan de rolstoel voor sommigen een

goede mogelijkheid bieden om de actieradius te verbreden.

Myotonie

Myotonie is een veelal pijnloos verschijnsel, met name in de handen, waardoor bijvoorbeeld het

snel loslaten van voorwerpen kan worden belemmerd. Meestal heeft men er in het dagelijks leven

niet veel last van, maar koude kan de klachten wel essentieel doen verergeren.

5.3.2 Jaarlijkse controle door centrale zorgverlener

De centrale zorgverlener neemt jaarlijks een anamnese af waarbij gestructureerd gevraagd wordt

naar spierzwakte, pijn, vallen en myotonie. Vooral de gevolgen voor het functioneren in het

dagelijks leven komen daarbij aan de orde, bijvoorbeeld het moeite hebben met het openen van

potjes, open en dicht maken van knoopjes of een halsketting, iets pakken of schrijven, problemen

met de zelfverzorging, vaker struikelen of vallen, moeite met traplopen of fietsen, kauw- of

slikproblemen.

Ook mogelijke problemen met verstaanbaar spreken of problemen in de communicatie komen

aan de orde, evenals andere zaken die kunnen wijzen op een verminderde zelfredzaamheid,

actieradius en sociale participatie. De spierkracht (MRC) kan worden gemeten in de vroeg

aangedane spieren (nekbuigers, vingerbuigers en -strekkers en onderbeenspieren) maar ook

functioneel, bijvoorbeeld middels het laten opstaan uit een stoel en traplopen.

Stijfheid in de handen na dichtknijpen en in de tong bij spreken na een periode van zwijgen, zijn

tekenen van myotonie. De aanwezigheid van myotonie in handspieren, onderarmspieren, tong-

en oogspieren kan worden getest, waarbij gelet moet worden op het 'warming-up fenomeen'.

5.3.3 Indicaties voor verwijzen naar specialist

Wanneer de spierzwakte het functioneren in het dagelijks leven negatief beïnvloedt, bijvoorbeeld

bij regelmatig vallen, wordt geadviseerd te verwijzen naar een revalidatiearts of naar een

neuroloog met kennis van spierziekten voor behandeling en begeleiding, waaronder advisering

betreffende orthesen of beweging. Ook bij slik-, en communicatieproblemen, (dreigende)

toename van psychosociale problemen en verminderde sociaal-maatschappelijke participatie

wordt verwijzing naar een spierziekterevalidatieam / revalidatiearts aanbevolen.

Het is te overwegen om direct na het stellen van de diagnose de patiënt naar de revalidatiearts te

verwijzen omdat de patiënt vaak een onderpresentatie van zijn klachten geeft.

5.3.4 Behandeling

Spierzwakte

De toenemende spierzwakte zorgt na verloop van tijd voor meer problemen in het dagelijks

functioneren. Spierzwakte is niet direct door oefening of medicatie te behandelen. Wel bieden

hulpmiddelen zoals orthesen, aangepaste schoenen, een rollator of rolstoel vaak uitkomst. Het

blijkt echter dat MD1-patiënten relatief weinig gebruik maken van deze hulpmiddelen. De centrale

zorgverlener en revalidatiearts zijn hier alert op en proberen patiënten te motiveren om

hulpmiddelen te gaan gebruiken. De naaste familie wordt hier nadrukkelijk bij betrokken.