Background Image
Table of Contents Table of Contents
Previous Page  19 / 113 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 19 / 113 Next Page
Page Background

19

lichaamsdeel of orgaan [28] en uit NF1 zich meestal als segmentale NF1 (zi

e 2.4.2 Segmentale NF1 )

.

Kiembaan mozaïcisme, waarbij alléén een gedeelte van zaad of eicellen het gemuteerde gen bevatten komt

zelden voor bij NF1 [29][30]. Het fenotype bij mozaïcisme zal mede afhangen van de combinatie van het

aangedane cellijntype, het tijdstip van mutatie in embryogenese en het mutatietype (zie oo

k 2.3.2 Genotype-fenotype relaties )

[31]. In het algemeen is mozaïcisme geassocieerd met een milder fenotype. Als

er ernstige complicaties optreden (zoals een plexiform neurofibroom) zijn risico’s (zoals maligne perifere

nerve sheath tumoren (MPNST) echter identiek aan mensen die constitutioneel NF1 hebben.

2.3.2 Genotype-fenotype relaties

Met de komst van geavanceerde moleculaire technieken worden steeds meer studies gedaan naar

genotype-fenotype relaties. Precieze mutatietypes zijn op deze wijze verbonden met de frequentie van

voorkomen van diverse NF1 kenmerken [22]. Tot nu zijn er twee mutatietypen geïdentificeerd waarvan met

zekerheid gesteld kan worden dat ze verband houden met diverse kenmerken van NF1.

Microdeleties

Bij microdeleties van het NF1 gen ontbreekt het gehele of een groot deel van het gen. Microdeleties zijn

geassocieerd met ernstiger NF1 fenotype

6

: meer tumorlast, gezichtsdysmorfieën, leerproblemen en mentale

retardatie [32][14][33][34]. Bij ongeveer 5% van de personen met NF1 komt een microdeletie voor [35].

Binnen microdeleties worden diverse type deleties onderscheiden: type-1, type-2, type-3 en de zogenaamde

atypische microdeleties. Type-1 microdeletie komt bij ongeveer 80% van de NF1 microdeleties voor en dat

zijn meestal de novo mutaties [36]. Microdeletie type-2 komt minder vaak voor dan type-1 (10-20% van alle

microdeleties is type-2) en is vaker geassocieerd met segmentale NF1 dan type-1. Microdeletie type-3 komt

zelden voor, bij ongeveer 1-4% van alle microdeleties. Verder zijn er de atypische microdeleties, die 8-10%

van alle microdeleties representeren [37]. Een microdeletie wordt geassocieerd met een NF1 subtype, het

NF1 microdeletie-syndroom (zie oo

k 2.4.3 NF1 microdeletie syndroom )

.

Exon 17 3-bp inframe deletie

Het tweede type mutatie, die geassocieerd is met een bepaalde NF1 fenotype (café-au-lait-alléén, zi

e 2.4.5 Café-au-lait (CAL) alléén fenotype )

is de 3-bp inframe deletie in exon 17 van het NF1 gen. Dit type mutatie is

geassocieerd met een milder fenotype

7

en o.a. de afwezigheid van cutane en plexiforme neurofibromen

[38].

2.3.3 Testen van de genetische afwijkingen bij NF1

Genetische varianten in het NF1 gen kunnen aangetoond worden door middel van een gecombineerd

gebruik van sequentieanalyse van de coderende exonen (“direct gene sequencing”) en MLPA (Multiplex

Ligation-dependent Probe Amplification) analyse. Deze gecombineerde methode heeft een sensitiviteit van

ongeveer 80% uitgaande van DNA verkregen uit bloedcellen [39]. Een hogere sensitiviteit is mogelijk maar

6

Zie 2.7 voor meer informatie over de typering van de aandoening in ernstig vs. mild.

7

Idem als 6.