22
In tegenstelling tot gegeneraliseerde NF1, komen maligne tumoren bij segmentale NF1 minder vaak voor
[48][49]. Segmentale NF1 is geen systemische aandoening, het klinisch spectrum is dan ook niet zo
uitgebreid als bij constitutionele NF1: vooral cutane verschijnselen en/of neurofibromen komen voor. De
kans op cognitieve en gedragsproblemen is minder en oftalmologische bevindingen worden zelden gedaan
[27].
2.4.3 NF1 microdeletie syndroom
In het algemeen worden microdeleties in het NF1 gen geassocieerd met een ernstiger NF1 fenotype. Voor de
onderliggende genetische beschrijving van microdeleties bij NF1 (zie
2.3.2 Genotype-fenotype relaties ).
Microdeletie type-1 komt in 80% van de NF1 microdeleties voor [36]. Hoewel het meest consequente
fenotype bij type-1 microdeletie is gezien, volgt hieronder een opsomming van het NF1-microdeletie
syndroom, die betrekking heeft op alle gevonden typen microdeleties:
1.
Gelaatsdysmorfisme: grof gelaat, schuin naar beneden hangende ooglidspleet, ptosis
,
hypertelorisme en brede neus [32].
2.
Ontwikkelingsachterstand en leerproblemen: achterstand in motorische ontwikkeling, lager
IQ, achterstand in cognitieve ontwikkeling, en mogelijke spierhypotonie en spraakproblemen
[32] [50].
3.
Hogere frequentie van alle typen neurofibromen
10
en op jongere leeftijd dan de gemiddelde
NF1 populatie [32].
4.
Hoger risico op MPNST: voor alle typen NF1 is het risico op MPNST tijdens het leven tussen
8-13% [46], bij microdeletie is het risico ongeveer dubbel zo groot [52].
5.
Aangeboren hartafwijkingen zijn gerapporteerd, o.a.
atriale
of
ventriculaire septumdefecten
,
open blijvende ductus Botalli, pulmonalisstenose, verwijde aortaklep, hypertrofische
cardiomyopathie en verzakking van de mitralisklep [33].
6.
Gestalte: in het algemeen is NF1 geassocieerd met een kleine gestalte, maar in het geval van
microdeletie syndroom is het individu vaak langer dan de gemiddelde populatie [53]. Dit is
veroorzaakt doordat het gen dat overgroei veroorzaakt binnen de microdeletie valt [54].
7.
Andere skelet- en bindweefselafwijkingen: grote handen en voeten met overmaat aan
bindweefsel, botcysten, gewrichtshypermobiliteit, brede nek en hangende schouders, pectus
excavatum (trechterborst) [55][32].
2.4.4 Ruggenmerg NF1
Deze variant van NF1 komt erg zelden voor [56]. Ruggenmerg NF1 wordt gekenmerkt door multipele
neurofibromen op de zenuwwortels en de frequente afwezigheid van de hoofdkenmerken van NF1 en
complicaties (zi
e 2.6 Leeftijdsafhankelijke symptomen, klachten en problemen). Dit type NF1 is vaak familiaal
[57]. Missense en splice-site mutaties in het NF1 gen zijn geassocieerd met bilaterale spinale neurofibromen
[58][57].
10
Maar zie ook: [51].