Background Image
Table of Contents Table of Contents
Previous Page  20 / 113 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 20 / 113 Next Page
Page Background

20

alleen als er een complex detectie protocol wordt gevolgd, waarbij o.a. ook analyse op RNA plaatsvindt

[40][41][42]. Gezien de kosten en logistiek die deze aanpak meebrengt, wordt deze methode in Nederland

niet aangeboden. Het weten van de specifieke mutatie is noodzakelijk voor preïmplantatie genetische

diagnostiek (PGD) en kan gebruikt worden voor prenatale diagnostiek en/of presymptomatische klinische

screening van (nog) gezonde familieleden.

Bij mozaïek NF1 kan het voorkomen dat de eigenlijke mutatie niet aantoonbaar is in DNA geïsoleerd uit

bloed. Aanvullend onderzoek op tumormateriaal (bijv. een neurofibroom) is dan noodzakelijk. Deze aanpak

is qua logistiek vaak lastig, er dient bij voorkeur vers ingevroren tumormateriaal aanwezig te zijn van ten

minste twee verschillende locaties, en de sensitiviteit ligt lager. Bij een individu met klinisch NF1 maar

zonder neurofibromen en Lisch noduli kan er ook sprake zijn van het Legius syndroom i.p.v. NF1. De

eigenlijke mutatie is dan te vinden in het SPRED1 gen [43].

2.3.4 Overerving

Bij familiale NF1 heeft de aangedane ouder een risico van 1 op 2 om de ziekte aan zijn / haar kind door te

geven (autosomaal dominante overerving). Ouders

van een kind met een spontane mutatie in het NF1 gen

hebben bij een volgend kind een iets hoger risico op een kind met NF1 dan de normale populatie (vanwege

het lage risico op zogenaamd kiemcel-mozaïcisme) en worden zij doorverwezen naar een klinisch geneticus

vanwege het lage risico op zogenaamd kiemcel-mozaïcisme (zi

e 3.2 Preventie )

.

Mozaïcisme heeft ook gevolgen voor het risico op overerving: bij segmentale NF1 is het risico ongeveer 5%

dat een nakomeling de ziekte zal erven [22]. Het is belangrijk dat de voorlichting over overervingsrisico door

een klinisch geneticus gebeurt (zi

e 3.2 Preventie )

, voordat er sprake is van een (wens tot) zwangerschap.

Belangrijk is om te weten dat de ernst en ziektebeloop van de aangedane ouder of bij een eerder geboren

kind met NF1 niets zegt over de te verwachten ernst en ziektebeloop van de toekomstige kinderen die NF1

zouden erven.