Background Image
Table of Contents Table of Contents
Previous Page  75 / 113 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 75 / 113 Next Page
Page Background

75

In het ziekenhuis of revalidatiecentrum werken de verschillende behandelaars

26

nauw samen in de vorm van

een

behandelteam

onder leiding van een revalidatiearts (hoofdbehandelaar). Het behandelteam zorgt

ervoor dat de gevolgde therapieën onderling afgestemd zijn. Het team stelt samen met de patiënt het

behandelplan op.

Het

behandelplan

kan gezien worden als een onderdeel van het individueel zorgplan (zie

4.2.4 Individueel zorgplan )

. Het plan is opgesteld op grond van inventarisatie van de behoeften van de patiënt en diens

mogelijkheden. In het behandelplan staat wat de doelen zijn van de revalidatiebehandeling en op welke

gebieden (bijvoorbeeld bewegen en mobiel zijn, zelfverzorging, huishouden, communicatie etc.). Daarnaast

staat in het behandelplan hoe de patiënt aan deze doelen gaat werken, met welke therapeuten hoe vaak en

gedurende welke periode. Het team bespreekt de behandeldoelen regelmatig met de patiënt en stelt ze zo

nodig bij.

Uiteindelijk moet de revalidatiebehandeling leiden tot een zo zelfstandig mogelijke terugkeer in de

maatschappij. Daarom is er in de revalidatiebehandeling aandacht voor arbeid, onderwijs, vrijetijdsbesteding

en sport en met welke hulpmiddelen de patiënt weer kan deelnemen aan diverse activiteiten.

Na de afronding van de revalidatiebehandeling volgt vrijwel altijd een controle- of evaluatiegesprek met de

revalidatiearts. De revalidatiearts evalueert samen met de patiënt de behandeling die zij/hij heeft gehad.

Ook geeft hij informatie over eventuele noodzaak voor aanvullende zorg, hulpmiddelen of maatregelen.

4.1.10 Voorlichting en communicatie

Communicatie is het uitwisselen van informatie in de breedste zin van het woord. Communicatie kan op

verschillende manieren plaatsvinden, onder andere mondeling, schriftelijk en digitaal.

In het generieke thema Communicatie en Voorlichting bij zeldzame aandoeningen komen de diverse

aspecten van communicatie en voorlichting

tussen de zorgverleners en de patiënt

aan de orde. In verband

met de eventuele lagere IQ van personen met NF1 zal de communicatie vaak extra aandacht vereisen (zie

4.2.3.4 Fase 4: behandeling en begeleiding )

.

Communicatie

tussen de zorgverleners onderling

verloopt volgens de afspraken, die gemaakt en schriftelijk

vastgelegd zijn door de samenwerkingspartners (aandachtspunt 12 in [232]).

4.2 Concentratie en organisatie van de ziektespecifieke zorg

4.2.1 Zorginstellingen en zorgvormen

De zorg voor mensen met NF1 in Nederland is integrale zorg, die aangeboden dient te worden in de vorm

van een integraal zorgnetwerk, waarbij het netwerk - afhankelijk van de individuele zorgbehoefte -

opgebouwd is uit de diverse vormen van geconcentreerde expertise voor NF1: het expertisecentrum,

behandelcentra en diverse interventiecentra. Zorg voor individuen met NF1 kent ook de reguliere

zorgvormen zoals lokale basiszorg en huisartsenzorg.

26

Zoals: fysiotherapeut, ergotherapeut, logopedist, orthopedagoog, maatschappelijk werker, psycholoog, verpleegkundige, een

cognitief trainer, bewegingsagoog, activiteitenbegeleider, sportinstructeur, diëtist, een prothese- en orthesemaker, etc.