39
Een kleine inventarisatie van activiteiten op dit gebied in de revalidatiecentra met de
dwarslaesie-afdelingen leert dat men verschillend omgaat met de ondersteuning bij het
voorbereiden op werk of scholing. Voorgesteld wordt een uniform re-integratiebeleid in alle
centra te hanteren.
Het reïntegratieplan moet onderdeel zijn van het revalidatieplan. Net als bij het revalidatieplan
gaat het reïntegratieplan uit van de wensen en mogelijkheden van de revalidant. Al naar gelang
de situatie van de revalidant (werknemer, student of uitkeringsgerechtigde) omschrijft het plan
de reïntegratie inspanningen van de revalidant, de werkgever en/of de opleiding. Het
reïntegratieplan wordt maandelijks met het revalidatie-zorgplan geëvalueerd en zo nodig
bijgesteld.
Bij het reïntegratieplan zijn het maatschappelijk werk, een ergotherapeut, een arbeidsconsulent
en de revalidatiearts betrokken. De arbeidsconsulent vervult hierbij een coördinerende rol. Hij
houdt de voortgang bij en geeft informatie over wet- en regelgeving en evt.
subsidiemogelijkheden. De revalidatiearts geeft advies over de te verwachten restcapaciteit en
belastbaarheid van de revalidant. Naar aanleiding hiervan kan de ergotherapeut adviseren over
de noodzakelijke (her-) inrichting van de werkplek en de inzet van de benodigde hulpmiddelen.
De arbeidsconsulent bespreekt met de revalidant op welke wijze terugkeer naar arbeid of
opleiding mogelijk is. Is er reeds sprake van een dienstverband voor het ontstaan van de
dwarslaesie, dan wordt eerst gekeken of hervatting van de bestaande functie tot de
mogelijkheden behoort of dat sprake kan zijn van een aangepaste functie bij de huidige
werkgever. Is dit niet het geval dan zal gekeken moeten worden naar mogelijkheden voor om-
of bijscholing en/of arbeid elders. Reïntegratieactiviteiten vormen onderdeel van het wekelijks
therapeutisch rooster. De arbeidstherapie vindt plaats in het reïntegratiebedrijf onder leiding
van een ergotherapeut en een arbeidsdeskundige. In de meest ideale situatie is het
reïntegratiebedrijf onderdeel van het revalidatiecentrum. De voortgang van de activiteiten wordt
maandelijks geëvalueerd als onderdeel van de voortgangsbespreking van alle onderdelen van
de revalidatie.
e. Dagbesteding
Is de revalidant door de mate van beperking of leeftijd niet meer in staat tot arbeidsparticipatie
dan zal de reïntegratie zich willen richten op een zinvolle dagbesteding en het creëren van een
levensritme. De revalidant kan gedurende dit traject kennis maken met sport, creativiteit en/of
zich oriënteren op vrijwilligerswerk. Maatschappelijk werk en activiteitenbegeleiding vervullen
hierbij een stimulerende rol.
f. Huisvesting, hulpmiddelen en mobiliteit
Mensen met een beperking moeten in staat zijn om ook deel te nemen aan de lokale
samenleving. In de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) is geregeld hoe gemeenten
hun inwoners hierbij hulp en ondersteuning bieden. In de wet is daartoe de zogenaamde
compensatieplicht opgenomen. Dit houdt in dat de gemeente de plicht heeft om beperkingen te
compenseren, zodat betrokkene kan deelnemen aan de samenleving. Daarbij gaat het onder
meer om het kunnen voeren van een huishouden, het aangaan van contacten en het zich buiten
de deur kunnen verplaatsen.
Bij het WMO-loket van de gemeente kan men terecht voor woningaanpassingen. Enkele
voorbeelden van woningaanpassingen zijn het verwijderen van drempels, de aanpassing van het
toilet (verhoogd toilet, beugels), de aanpassing van de badkamer of keuken, het installeren van
een traplift of kolomlift en eventueel een aanbouw aan de woning. Soms is een verhuizing
noodzakelijk.
1...,30,31,32,33,34,35,36,37,38,39 41,42,43,44,45,46,47,48,49,50,...87