29
1.
Gevestigd in een level 1 traumacentrum dat voorzien is van een Lifeliner (traumaheli)
ten behoeve van snel en stabiel transport. In Nederland hebben 4 centra
zogenaamde MMT’s (Mobiel Medische Teams) die over een helikopter beschikken die
ook patiëntentransport mogelijk maakt (Rotterdam, Groningen, Nijmegen en VU
Amsterdam).
2.
Afspraken met de regionale ambulancediensten om patiënten met ruggenmergletsel
met spoed door te verwijzen naar een ARU, zoveel mogelijk gebruikmakend van de
traumaheli. Afspraken met ambulancediensten om patiënten met een traumatisch
ruggenmergletsel neurologisch te scoren voorafgaande aan eventuele
sedatie/intubatie.
3.
Een opnamevolume hebben van ten minsten 50 patiënten per jaar met een
traumatisch ruggenmergletsel.
4.
Aanwezigheid van een medisch multidisciplinaire acute zorg expertteam werkend
volgens een vastgelegd acute zorg protocol traumatisch ruggenmergletsel bestaande
uit:
Spoedeisende hulpdienst met directe beschikbaarheid van CT en MRI.
Chirurgen, gespecialiseerd in wervelkolomchirurgie, die 24 uur per dag
beschikbaar zijn voor patiënten met acuut traumatisch ruggenmergletsel. De
wervelkolomchirurgen zijn gecertificeerd in het diagnosticeren van het
ruggenmergletsel met behulp van de ASIA-standaard.
Intensivisten gespecialiseerd in de behandeling van neurogene shock en
gespecialiseerd in ademhalingsondersteuning bij hogere dwarslaesies.
Revalidatieartsen gespecialiseerd in de behandeling van neurogene
comorbiditeit ten gevolge van een ruggenmergletsel en gespecialiseerd in de
preventie van secundaire medische complicaties.
Psychologen en maatschappelijk werkenden gespecialiseerd in traumazorg.
Verpleegkundigen gespecialiseerd in preventie van complicaties (contracturen,
decubitus, blaas-darmproblematiek).
Fysiotherapie en ergotherapie gespecialiseerd in acute fase revalidatie
(ademhaling, handfunctie en mobiliseren).
Systeem van zorgcontrôlebewaking door middel van het registreren van
complicaties, opnameduur en functioneel herstel.
B. Invasief of conservatief
Bij de behandeling van patiënten met een complete dwarslaesie zijn er verschillen van inzicht
tussen de traumacentra in het wel of niet stabiliseren, decomprimeren en de timing hiervan.
Echte evidence voor beide opties is nog niet voorhanden. Bij operatieve stabilisatie kan
overigens de revalidatie sneller worden gestart. Patiënten dienen – indien mogelijk en anders
diens naaste(n) – voorgelicht te worden over de verschillende inzichten om een gefundeerde
keuze te kunnen maken. In het algemeen is het aan te bevelen dat beide vormen van aanpak
aan nader wetenschappelijk onderzoek worden onderworpen, mede opdat patiënten op basis
van objectieve informatie gefundeerde keuzes kunnen maken.
C. Bevordering herkenning van niet-traumatische dwarslaesies
Een dwarslaesie ten gevolge van een niet-traumatische oorzaak wordt niet altijd direct
opgemerkt. Dit geldt niet alleen voor de traumacentra, maar voor alle ziekenhuizen in
Nederland. Ook in de eerstelijnszorg kunnen overigens patiënten zich aandienen bij huisarts of
fysiotherapeut. Symptomen moeten bekend zijn bij en onderkend worden door behandelaars
(uitval motoriek, sensibiliteit en blaas/darm-problematiek). Het is met name van belang dat
men begrijpt dat een dwarslaesie betekent dat er schade is aan het ruggenmerg en dat ook
1...,20,21,22,23,24,25,26,27,28,29 31,32,33,34,35,36,37,38,39,40,...87