Background Image
Table of Contents Table of Contents
Previous Page  64 / 113 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 64 / 113 Next Page
Page Background

64

ontwikkelingsstoornissen bij kinderen met NF1 (zoals autisme en AD(H)D), angst en

stemmingsklachten.

Kinderen 16-18 jaar: transitie

Eénmalige afsluitende beoordeling in het EC door kinderarts, kinderneuroloog en klinisch geneticus.

Overdracht rol regievoerend arts (zi

e 4.2.5 Transitiezorg v

oor adequaat overdracht).

Neuropsychologisch onderzoek in kader vervolgopleiding, ondersteuning in mogelijkheid tot

zelfstandig wonen, arbeidsparticipatie, mogelijk optreden van sociaal isolement. Hierbij moet een

kinder- en jeugdpsychiater betrokken zijn, vanwege het verhoogde risico op

ontwikkelingsstoornissen bij kinderen met NF1 (zoals autisme en AD(H)D), maar ook verhoogde kans

op angst- en stemmingsstoornissen, als een verstoorde persoonlijkheidsontwikkeling.

Genetische counseling.

Voorlichting anticonceptie (meisjes).

Informatie over transitie en instructie van alarmsymptomen (zie einde van deze sectie).

Volwassenen

In principe éénmalige beoordeling door regievoerend arts voor volwassenen in het EC.

Voorlichting en instructie alarmsymptomen (zie onderaan dit (sub-)hoofsdtuk) aan zowel het individu met

NF1 als aan de eigen huisarts. In de voorlichting moet gesproken worden over:

Eventuele counseling bij de klinische genetica bij kinderwens en t.a.v. borstkanker risico meisjes

(eind pubertijd) en moeders die zelf NF1 hebben.

Het verhoogde risico op het krijgen van diverse maligniteiten.

De jaarlijkse mammagrafie en specialistisch borstonderzoek van het 35

e

tot het 50

e

jaar bij vrouwen

(daarna regulier bevolkingsonderzoek).

Snelle laagdrempelige afspraak bij het EC/BC bij nieuwe onbegrepen pijnklachten, snelle groei van

een (plexiform) neurofibroom of bij functieverlies/neurologische uitval.

De jaarlijkse controle van de bloeddruk bij de huisarts en verwijzing naar het EC of BC bij

hypertensie.

Kans op de ontwikkeling van angst- en stemmingsproblemen, alsook eventueel moeite met

functioneren in relaties en werksituaties.

De vormgeving voor de verdere monitoring in het EC/BC is afhankelijk van het fenotype.

Er is een sterke voorkeur voor een jaarlijkse monitoring/controle door de RA in een EC of een BC bij een

ernstige vorm van NF1 (zie

2.7 Ziekte-ernst )

[11]. Bij een milde vorm van NF1 kan de volwassene met NF1

onder jaarlijkse controle staan van de huisarts. Echter: de huisarts verwijst het individu ten minste één keer

in de vijf jaar naar een EC of BC waar de RA de nodige controles uitvoert. Indien de RA aanwijzingen heeft

voor een meer frequentere controleschema, wordt hij/zij met die frequentie verwezen door de huisarts naar

de RA.

Alarmsymptomen

Het individu met NF1 en/of naasten worden geïnstrueerd over de mogelijke alarmsymptomen die zich

kunnen voordoen bij NF1. In deze gevallen dient een afspraak gemaakt te worden voor tussentijdse

controles bij het kernteam. Alarmsymptomen zijn: