Zorgstandaard Nefrotisch Syndroom - page 41

41
Behandeling
 informatieverstrekking door hoofdbehandelaar, waarbij de hoofdbehandelaar aangeeft
welke internetsite(s) geschikt zijn te raadplegen (o.a. observatie van klinische verschijnselen:
oedeemvorming in het gelaat, op enkels of buik, gewichtstoename, vermoeidheid en
schuimende urine);
 nagaan of verwijzing naar diëtist met specifieke deskundigheid op het gebied van
kindergeneeskunde respectievelijk nierziekten op dit moment al wenselijk is;
 twee – drie jaarlijkse screening op eiwit in de urine bij de volwassen zorgvrager.
Zelfmanagement
 therapietrouw ten aanzien van:
o consulten;
o medicatie;
o dieet;
o vochtinname.
 afspreken wie (in specifieke situaties) de hoofdbehandelaar is;
 twee – drie jaarlijkse screening op eiwit in de urine;
 observeren op: oedeemvorming in het gelaat, op enkels of buik, gewichtstoename,
vermoeidheid en schuimende urine;
 bij de eerste aanwijzingen op verdenking van proteïnurie of NS neemt de (vertegenwoordiger
van de) zorgvrager direct contact op met de hoofdbehandelaar.
4.3 Diagnose (Fase 2)
Binnen de fase Diagnose zijn de volgende twee subgroepen te onderscheiden:
1. Een volwassene met verdenking op NS, bijvoorbeeld op basis van symptomen (zie 4.2
Preventie en vroegtijdige onderkenning (Fase 1));
2. Een kind met verdenking op NS, bijvoorbeeld op basis van symptomen (zie 4.2 Preventie en
vroegtijdige onderkenning (Fase 1)).
4.3.1 Volwassenen
Internist-nefroloog (hoofdbehandelaar)
De volwassene met verdenking op NS komt in behandeling bij de internist-nefroloog en hij stelt de
uiteindelijke diagnose NS. De volgende klachten/symptomen worden geconstateerd:
 gewichtstoename;
 oedeem van met name enkels, de (onder-)benen, de buik en het gelaat;
 algehele malaise (vermoeidheid, slechte eetlust);
 mogelijk verhoogde bloeddruk.
Voor de diagnosestelling en complicaties wordt het volgende onderzoek ingesteld:
 lichamelijk onderzoek:
o oedeem;
o bloeddruk;