Zorgstandaard Nefrotisch Syndroom - page 46

46
4.4 Multidisciplinaire behandeling (Fase 3)
In Fase 1 Preventie en vroegtijdige onderkenning (zi
e
)
is
zorggerelateerde preventie reeds aan bod gekomen. In fase 3 Multidisciplinaire behandeling wordt
deze vorm van zorg, naast de acute para- en medische zorg/behandeling, concreet gemaakt ten
einde verdere gezondheidsschade of verergering te voorkomen.
Binnen Fase 3 Multidisciplinaire behandeling zijn de volgende subgroepen te onderscheiden:
1.
Een volwassene met NS van het type:
o
Minimal Change Nefrotisch Syndroom (MCNS);
o
Focale segmentale glomerulosclerose (FSGS);
o
Membraneuze Nefropathie (MN);
o
IgA-nefropathie (IgAN);
o
Glomerulaire aandoeningen secundair aan (systeem)ziekten zoals Systemische lupus
erythematodes (SLE), Henoch-Schönlein vasculitis, amyloïdose, diabetes mellitus.
2.
Een kind met NS van het type:
o
Minimal Change Nefrotisch Syndroom (MCNS);
o
Focale segmentale glomerulosclerose (FSGS);
o
Membraneuze Nefropathie (MN).
4.4.1 Volwassenen
Internist-nefroloog (hoofdbehandelaar)
Algemene zorg
Bij alle vormen van NS zal behandeling met diuretica plaatsvinden ter bestrijding van vochtretentie.
Bij ernstige hypoalbuminemie in combinatie met lage bloeddruk en massaal oedeem is soms
intraveneuze toediening van diuretica geïndiceerd. Eventueel kan hieraan albumine infusie worden
toegevoegd.
In de acute fase, wanneer de zorgvrager veel vocht bij zich heeft, kan voor de behandeling van een
hoge bloeddruk diuretica worden gebruikt. ACE-remmers en Angiotensine II receptorantagonisten
(ARB) (antihypertensiva) worden gegeven wanneer er chronisch een hoge bloeddruk blijft bestaan of
er chronisch proteïnurie blijft bestaan (er is dan sprake van geen of slechts partiële remissie). Deze
medicatie veroorzaakt ook een verlaging van de druk in de filterlichaampjes van de nier. Hierdoor
neemt de eiwituitscheiding af, al is het effect bij patiënten met een echt NS beperkt. ACE-remmers
en ARB hebben een aangetoonde beschermende werking op nierfunctieverlies bij patiënten met
langbestaande, chronische proteïnurie. Het effect wordt na ongeveer 1-4 weken duidelijk.
Bij een recidief moet men alert zijn op de wisselwerking tussen diuretica en ACE-remmers en wordt
de zorgvrager zorgvuldig gemonitord. De middelen ACE-remmers en Angiotensine II
receptorantagonisten (ARB) (antihypertensiva) worden tijdelijk gestaakt indien:
de patiënt tot uitdrogen neigt door bijvoorbeeld braken, diarree en/of koorts;
de bloeddruk zo laag is dat er klachten van duizeligheid optreden;
1...,36,37,38,39,40,41,42,43,44,45 47,48,49,50,51,52,53,54,55,56,...83
Powered by FlippingBook