Zorgstandaard Noonan Syndroom - page 26

26
3.5.2 Taal en spraakontwikkeling
Taalvaardigheden ontwikkelen zich doorgaans langzamer bij kinderen met NS. Vaak hebben zij een
onduidelijke spraak door articulatieproblemen. Zowel het verhoogde risico op oorontstekingen in de jeugd,
met soms gehoorverlies tot gevolg, alsook de bij NS veel voorkomende voedingsproblemen, worden
genoemd als risicofactoren voor een vertraagde taalontwikkeling.
Een taalachterstand vormt vervolgens een negatieve voorspeller voor schoolsucces en sociaal functioneren
op lange termijn. Enkele casestudies, te weten Hopkins-Acos & Bunker, 1979; Troyer en Joschko, 1979 en
Wilson & Dyson, 1982 maken melding van specifieke lees- en spellingsstoornissen bij jonge kinderen met NS.
De spraak- en taalproblemen, die bij ongeveer 30% van de kinderen en adolescenten lijken voor te komen,
zijn van algemene aard. De specifieke DNA-mutatie (het genotype) lijkt daarbij niet specifiek van invloed te
zijn op de taalmechanismen. De taalproblemen bij NS worden sterker gemedieerd door non-linguistische
factoren, zoals de non-verbale intellectuele vermogens en de motorische coördinatie. Als taalvaardigheden
met behulp van vormen van logopedie eenmaal grondig geoefend en geautomatiseerd zijn, worden in de
volwassenheid doorgaans geen problemen meer gerapporteerd op dit gebied.
Uit de achterbanraadpleging blijkt dat de ervaring van naasten van mensen met NS is dat de
taalvaardigheden beter ontwikkeld zijn dan de handelingsgerichte vaardigheden. Dit blijkt volgens hen uit
het vlotte en vele spreken van mensen met NS in vergelijking met mensen zonder NS. Een veelgehoorde zorg
van naasten is dat mensen met NS door deze vermeende betere taalvaardigheden de indruk kunnen wekken
meer te begrijpen en/of te kunnen uitvoeren dan in de praktijk het geval is. Met name op school en bij het
verkrijgen van de juiste zorg wordt ervaren dat de vlotheid van spreken en de positieve toon waarmee de
woorden gebracht worden, misleidend kunnen zijn.
3.5.3 Aandacht en geheugen
Aandachtsproblemen worden door diverse onderzoekers geacht ten grondslag te liggen aan de opgemerkte
leerproblemen bij kinderen met NS. Bij volwassenen wordt op groepsniveau een licht verminderd tempo van
informatieverwerking gevonden in vergelijking met een geschikte controlegroep.
Met betrekking tot geheugenfuncties worden soms milde problemen in het werkgeheugen gezien, terwijl
het opslaan en ophalen van informatie ongestoord is. Verbale, samenhangende informatie lijkt bij kinderen
beter onthouden te worden dan non-verbale en context loze informatie.
3.5.4 Executieve functies
Executief functioneren (EF) is een verzamelbegrip voor cognitieve processen die betrokken zijn bij het
plannen, organiseren, monitoren en controleren van doelgericht gedrag. EF wordt ook wel gedefinieerd als
probleemoplossend vermogen in nieuwe situaties en is van belang voor een succesvolle aanpassing aan de
sociale omgeving. Bij kinderen met NS werden in 1999 voor het eerst plannings- en organisatieproblemen
opgemerkt. Bij een groep volwassenen met NS werd in 2012 echter geen opvallende afwijkingen (meer)
gevonden ten opzichte van de controlegroep. Bij onderzoek met vragenlijsten gaven mensen met NS en
hun naasten echter subjectief aan ook op volwassen leeftijd nog moeite te ervaren met het EF.
1...,16,17,18,19,20,21,22,23,24,25 27,28,29,30,31,32,33,34,35,36,...73
Powered by FlippingBook