Zorgstandaard Noonan Syndroom - page 32

32
4.3.3 Psychosociale- en ondersteunende zorgactiviteiten in de herkenningsfase
Patiënt / Zorgvrager
Psychosociale en ondersteunende zorgactiviteiten in de herkenningsfase
Alle patiënten
Vaststellen of er sprake is van overmatige spanningsklachten door
de onzekerheid en somatische klachten in deze fase.
Vaststellen of er noodzaak is tot aanvullende psychosociale zorg
naast de reguliere begeleiding bij het diagnostische proces.
Indien dit het geval is: verwijs patiënt door voor gespecialiseerde
psychosociale ondersteuning.
Alle patiënten
Hulp bieden bij het maken van keuzes of hiertoe doorverwijzen
(bijvoorbeeld bij het wel of niet laten uitvoeren van
mutatieonderzoek. Of het wel/niet inlichten van familieleden over
de erfelijke aandoening).
Proactief wijzen op instanties die praktische ondersteuning
kunnen bieden, bijvoorbeeld de Stichting MEE
(
).
Alle patiënten
Bespreken van gevolgen voor familieleden (erfelijkheid).
Bespreken van informeren van familieleden en eventueel
noodzakelijke hulp hierbij.
Ouders (met eventuele
kenmerken van NS) van
overleden embryo of baby
met kenmerken van NS
Maak onderzoek NS bij embryo/ baby bespreekbaar.
Bespreek erfelijkheid en mogelijkheid tot onderzoek van de
ouders indien er een indicatie is.
Patiënten met eventuele
(nieuwe) kinderwens
Bespreken van gevolgen voor eventuele (nieuwe) zwangerschap.
Geef erfelijkheidsvoorlichting of verwijs hiervoor door naar
bijvoorbeeld klinisch genetisch consulent.
4.3.4 Voorlichtings- en communicatieactiviteiten in de herkenningsfase
Voorlichtings- en communicatieactiviteiten (voor alle patiënten/zorgvragers)
in de herkenningsfase
Uitleg geven over wat verwacht kan worden (aard, ernst, duur en beloop van de mogelijke
aandoening). Zorgverlener kan hiertoe ook verwijzen naar de publieksversie van de zorgstandaard
Zorgwijzer Noonan Syndroom; een beschrijving van goede zorg voor mensen met het Noonan
Syndroom en hun naasten.
Uitleg geven over welke stappen in het zorgproces in het individuele geval genomen kunnen worden,
inclusief hulp bij een eventuele keuze.
Uitleg geven over welke medische mogelijkheden/behandelingen er zijn. Verwijzing naar patiënten
folders op de website van het desbetreffende ziekenhuis met informatie over de specifieke procedure
of behandeling.
Uitleg geven t.a.v. erfelijkheid. Hier kan verwezen worden naar de website van het Erfocentrum:
.
Uitleg geven over welke klachten verklaard kunnen worden door NS en welke niet. Eventueel
doorverwijzen naar klinisch geneticus, kinderarts voor erfelijke- en/of aangeboren afwijkingen (EEA)
en/of klinisch neuropsycholoog met kennis van syndromen.
Voorlichting geven over bestaan van patiëntenvereniging Stichting Noonan Syndroom
(
)
en het belang van lotgenotencontact.
Bij ouders met jonge kinderen met praktische vraagstukken: doorverwijzen naar integrale vroeghulp
door professionals:
of naar Stichting MEE
.
1...,22,23,24,25,26,27,28,29,30,31 33,34,35,36,37,38,39,40,41,42,...73
Powered by FlippingBook