Background Image
Table of Contents Table of Contents
Previous Page  29 / 79 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 29 / 79 Next Page
Page Background

29

Marshall-Smith Syndroom | 3 Ziektespecifieke zorg

Print

vorige

Inhoud

volgende

3.3.1 Acute zorgfase

Onderzoek en interventies zijn in deze fase vooral gericht op on-

derzoek en stabilisatie van het kind gerelateerd aan de verschijn-

selen die zich kunnen voordoen in de acute fase, deze verschijn-

selen worden in paragraaf 3.3.1.1.tot en met

3.3.1.5

beschreven.

3.3.1.1 Ogen

De ogen dienen na de geboorte te worden onderzocht op een

mogelijk aanwezig glaucoom. Wanneer glaucoom wordt vastge-

steld dan kan deze behandeld worden volgens de daarvoor gel-

dende richtlijn van de European Glaucoma Society

{10} .

Een te

laat ontdekt glaucoom heeft kan een sterk verminderd zicht en

gezichtsveld veroorzaken. De behandeling hiervan is afhankelijk

van de ernst; geregeld worden hiervoor Baerveldt implantaten

gebruikt. Het hoornvlies (cornea) van de ogen is kwetsbaar, bij an-

esthesie moeten de ogen zorgvuldig worden afgeplakt

[6]

, zodat

de hoornvliezen niet beschadigd raken. Bij lichtovergevoeligheid

van de ogen dient de lichtsterkte in de ruimte waar het kind ver-

blijft aan worden gepast.

3.3.1.2 Botten, gewrichten, bindweefsel en spieren

In de acute fase vindt röntgenonderzoek naar een mogelijk voor-

uitlopende botleeftijd en de botgroeistoornis (dysostosis) plaats

en er is onderzoek van gewrichten en spieren. Op dit moment is

geen behandeling mogelijk voor dysostosis (zie

3.3.2.4

).

3.3.1.3 Ademhaling

Luchtwegobstructie

In deze fase zal een multidisciplinair team van specialisten onder-

zoek doen en levensreddende ingrijpende interventies uitvoeren

in geval van een ernstige luchtwegobstructie.

Laryngoscopisch onderzoek, intubatie en anesthesie

Een inspectie van het keelgebied is van belang om vast te stel-

len hoe en in hoeverre de luchtwegen afwijkend en vernauwd

zijn en welke behandeling geïndiceerd is. De anesthesie die voor

laryngoscopisch onderzoek en voor andere behandelingen nood-

zakelijk is, vraagt om een zorgvuldige voorbereiding door een

KNO-arts en anesthesist, zodat zij voorbereid zijn op de mogelijke

problemen die kunnen optreden bij de intubatie van een kind met

het MSS. Uit verschillende publicaties blijkt dat tijdens de anes-

thesie van een kind met het MSS ernstige complicaties kunnen

optreden

( [24] [25] [26] )

. Het gebruik van een larynxmasker (LMATM)

is in de praktijk een goed hulpmiddel gebleken bij anesthesie

van kinderen met MSS. Het onderzoek van de larynx- en trachea

kan dan worden uitgevoerd door de invoering van een flexibele

endoscoop in het aangebrachte larynxmasker

[27] .

Tijdens anes-

thesie is het belangrijk de bolle ogen goed te sluiten om infecties

aan de cornea te voorkomen

[6] .

Het inbrengen van een endotracheale tube voor intubatie, kan

in de meeste gevallen volgens de bestaande richtlijn voor moei-

lijke luchtwegen gebeuren

{3}

, echter de afwijkingen in het intu-

batiegebied kunnen van dien aard zijn dat intubatie door directe

H1 H2 H3 H4 H5 H6