Background Image
Table of Contents Table of Contents
Previous Page  32 / 79 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 32 / 79 Next Page
Page Background

32

Marshall-Smith Syndroom | 3 Ziektespecifieke zorg

Print

vorige

Inhoud

volgende

3.3.1.5 Neurologische kenmerken

Hersenen

In de acute fase vindt neurologisch onderzoek plaats naar hypo-

tonie, eventuele afwijkingen in de hersenen en een mogelijk hy-

drocephalus. De hydrocephalus kan volgens de richtlijn hydrocep-

halus 0-2 jarigen en/of hydrocefalus bij craniosynostose, worden

behandeld

{8}

.

Hypotonie

Vanwege de hypotonie behoeft het kind goede ondersteuning

wanneer het wordt verzorgd en gedragen. In het bedje kan het

kind ondersteund worden met een zandzakje of een hoefijzervor-

mig kussen (zie

bijlage 7 )

.

3.3.2 Chronische zorgfase

Onderzoek en interventies zijn in de chronische fase gericht op de

verschijnselen die zich voordoen. Het is van belang dat een mul-

tidisciplinair team van specialisten betrokken is bij de, behande-

ling, begeleiding, revalidatie en zorggerelateerde preventie van

het kind met ondersteuning van de ouders. In veel gevallen zal in

deze fase de diagnose al gesteld zijn. Naast de fysieke problemen

staan de motorische, cognitieve en psychosociale ontwikkeling

van het kind in deze fase centraal. De fysieke verschijnselen verer-

geren bij de meeste kinderen vanaf het 8

e

tot 10

e

levensjaar. Het

kind heeft hierbij adequate begeleiding nodig van een multidisci-

plinair team (zie

5.0

).

3.3.2.1 Uiterlijke kenmerken

De uiterlijke anatomische kenmerken worden in de chronische fase

meer prominent. Doordat de schedelnaden niet altijd goed sluiten

krijgt de schedel een andere vorm dan normaal. Door de ontwikke-

ling van het blijvende gebit wordt de opvallende bovenkaak en de

soms prominente tanden meer zichtbaar. Mogelijke behandelingen

voor de uiterlijke kenmerken, zonder te verwachten functioneel re-

sultaat, worden in Nederland zeer terughoudend aangeboden, in

andere landen is dit wel het geval [bron: ar].

3.3.2.2 Oren

De veelvuldige oorontstekingen kunnen worden behandeld vol-

gens de richtlijn

{13}

en voor het gehoor is de richtlijn diagnostiek

en behandeling van slechthorendheid bij verstandelijk gehandi-

capten voor kinderen met het MSS van toepassing

{17} .

Het plaat-

sen van T-drains in het trommelvlies geeft verlichting van de ont-

stekingen, enkele kinderen ontwikkelen hierop echter chronische

looporen [bron: ar]. Meatoplastiek

[32]

kan ingezet worden ter ver-

groting van de uitwendige gehoorgang en in sommige gevallen is

een operatie aan de rotsbeenderen (mastoïdectomie) noodzake-

lijk gebleken [bron: ar]

Gehoor; een enkel kind draagt vanwege gehoorverlies een ge-

hoorapparaat. Periodieke gehoorscreening is bij kinderen met het

MSS belangrijk, verandering in het gehoor wordt door de kinde-

ren zelf niet opgemerkt en aangegeven en ook door de ouders

wordt dit niet snel gesignaleerd. Een goed functionerend gehoor

heeft een belangrijke meerwaarde in het begrijpen van de omge-

ving, wat voor kinderen met een EMB per definitie lastiger is

{17} . H1 H2 H3 H4 H5 H6