56
(val)aciclovir) noodzakelijk is. Dit is afhankelijk van de klinische toestand van het kind (o.a. fase van
NS en medicatie).
Bij kinderen met een (frequent) recidiverend NS wordt standaard overwogen of vaccinatie tegen
waterpokken gewenst en mogelijk is. Bij het optreden van een actieve waterpokkeninfectie is
behandeling met (val)aciclovir soms geïndiceerd.
Vaccinatie
Een (klein) deel van de vaccinaties (BMR, waterpokkenvaccin) bevat verzwakt levend virus. Bij ernstig
immuun gecompromiteerde patiënten kan vaccinatie met een dergelijk vaccin tot (ernstige) ziekte
leiden. Vaccinatie met verzwakt levend virus is dan ook relatief gecontraïndiceerd tijdens
behandeling met hoge dosis prednison of andere afweeronderdrukkende medicatie.
Alle andere vaccinaties kunnen wel worden gegeven, mits men zich het volgende realiseert:
Elk type vaccinatie een prikkel is voor het immuunsysteem die in theorie kan leiden tot een recidief
van het nefrotische syndroom. Dit risico kan eventueel verminderd worden door tijdelijk iets meer
prednison te geven .
De effectiviteit van vaccineren tijdens behandeling met afweeronderdrukkende medicatie niet van
alle vaccins (goed) is onderzocht.
Het is aan de hoofdbehandelaar en patiënt om een afweging te maken tussen wel en niet vaccineren.
Hierbij raadpleegt de hoofdbehandelaar de adviezen van KDIGO
XIII
.
Net als bij vaccinatie uit het standaard rijksvaccinatieprogramma (zoals waterpokken en BMR) zal
overwogen worden of vaccinatie tegen pneumococ, influenza gewenst en mogelijk is.
4.4.4 Bijwerkingen medicatie en additionele zorg
De medicatie bij de behandeling van NS kan diverse bijwerkingen opleveren. Zorgvragers ervaren
onderstaande bijwerkingen als veel voorkomend en vervelend. Vanuit patiëntenperspectief zijn,
zonder volledigheid na te streven, hieronder de belangrijkste bijwerkingen opgenomen.
Voor een volledig overzicht van bijwerkingen en interacties wordt verwezen naa
Prednison heeft o.a. de volgende bijwerkingen:
psychische bijwerkingen;
maag/darm problemen;
hypertensie;
hyperglykemie;
huidafwijkingen (dunne huid, striae);
veranderingen van uiterlijk;
osteoporose;
verhoogde oogdruk en versneld optreden van staar.
Psychische bijwerkingen (o.a. gedragsproblemen) en veranderingen van uiterlijk (maar geen
huidafwijkingen zoals dunne huid en striae) zijn volledig reversibel. Echter houden de veranderingen
van het uiterlijk doorgaans langer aan dan de gedragsproblemen.