58
ciclosporine/tacrolimus en sommige antibiotica (oa.macroliden, fluconazol) leidt tot hogere
spiegels van ciclosporine/tacrolimus.
In geval van diarree neemt – in tegenstelling tot ciclosporine- de opname van tacrolimus door de
darm juist toe in plaats van af. Hierdoor moet men ten tijde van diarree extra alert zijn op
bijwerkingen van een te hoge tacrolimusspiegel.
Mycofenolaatmofetil heeft o.a. de volgende bijwerkingen:
maag-/darmklachten (diarree);
verhoogd vatbaarheid voor infecties;
anemie;
leukopenie;
thrombocytopenie;
leverfunctiestoornissen.
Bij gebruik van ciclosporine, tacrolimus of mycofenolaatmofetil wordt een kind gecontroleerd op:
leverenzymen;
glucose;
bloedbeeld (alleen bij mycofenolaatmofetil).
Cyclofosfamide heeft o.a. de volgende bijwerkingen:
anemie;
neutropenie;
thrombocytopenie;
misselijkheid/braken;
haaruitval;
hemorrhagische cystitis;
verminderde vruchtbaarheid;
leverfunctiestoornissen.
Voor het starten van immunosuppressieve middelen (ciclosporine, tacrolimus, mycofenolaatmofetil
en cyclofosfamide) dient de hoofdbehandelaar een (eventuele) kinderwens bespreekbaar te maken
en de mogelijkheid om zaadcellen in te vriezen (zie
.
Azathioprine heeft o.a. de volgende bijwerkingen:
maag/darmstoornissen;
spier- en gewrichtsklachten;
leukopenie;
beenmergdepressie;
anemie;
leverfunctiestoornissen;
trombocytopenie.
Rituximab heeft o.a. de volgende bijwerkingen:
anafylactische shock tijdens toediening;