Background Image
Table of Contents Table of Contents
Previous Page  13 / 79 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 13 / 79 Next Page
Page Background

13

Marshall-Smith Syndroom | 2 Het Marshall-Smith Syndroom

Print

vorige

Inhoud

volgende

bied van de verkalking van de botten. Bij het MSS rijpen delen

van de botten sneller dan bij een normale botontwikkeling; de

botleeftijd lijkt hierdoor in delen van het lichaam enige jaren voor-

uit te lopen op de normale skeletleeftijd

[6]

. Op röntgenfoto’s van

hand en voet tussen het eerste en vijfde levensjaar is dit verschijn-

sel zichtbaar. De ongebruikelijke botrijping ontstaat door een ge-

ndefect op NFIX (zie

2.3

). De afwijkingen ontstaan als de foetus

zich in de baarmoeder ontwikkelt. Het beschadigde gen veroor-

zaakt een verstoorde anatomische aanleg van onder andere het

hoofd/halsgebied en de ledematen en is en hiermee van grote

invloed op de ademhaling, voeding en de algehele motorische en

mentale ontwikkeling van het kind.

MSS is in het verleden altijd beschouwd als een voorbeeld van

een syndroom met overmatige groei

( [5][ 8]

). Dit is echter niet het

geval, omdat in andere delen van het skelet (bijvoorbeeld borst-

kas en de rug) de botleeftijd niet vooruitlopend is tussen het eer-

ste en vijfde levensjaar. Na ongeveer het vijfde levensjaar is de

vooruitlopende botleeftijd in röntgenfoto’s van de handen en

voeten min of meer hetzelfde als in de rest van het lichaam en het

verschijnsel dysostosis verdwijnt geleidelijk. Na enige tijd kan er

verminderde botdichtheid in de vorm van osteoporose zichtbaar

worden. Dit verschijnsel is gerelateerd aan de abnormale botvor-

ming in handen en voeten en komt niet bij alle kinderen met het

MSS voor. De verminderde botdichtheid zorgt bij sommige kinde-

ren voor fracturen, echter niet bij alle kinderen. De reden hiervan

is nog onbekend

[6] .

In het nekgebied komt in een enkel geval in-

stabiliteit voor in het gebied van de atlas en de draaier

( [5][ 9] )

.

Fracturen

Fracturen komen voor van de vroege kindertijd tot aan de pu-

bertijd en soms ook op oudere leeftijd. Echter niet alle kinderen

krijgen fracturen. Het kan variëren van een eenmalige fractuur tot

meerdere breuken achter elkaar. Deze fracturen ontstonden ten

gevolge van een val en ook spontaan

( [6]

[bron: ar]). Het is (nog)

niet duidelijk waarom bij het ene kind wel fracturen ontstaan en

bij het andere kind niet (voor behandelopties zie

3.3.2.4

).

Rug en nek; (kyfo)scoliose en stenose

De ontwikkeling van de groei is vrij normaal in de vroege kinder-

tijd maar verandert vanaf het tiende jaar en soms eerder gelei-

delijk naar groei ver onder het gemiddelde (zie

bijlage 4

). Er lijkt

geen groeispurt in de puberteit te zijn

[6]

.

Een kyfoscoliose aan de borstkas ontstaat bij de meeste kinderen

vroeg in de kindertijd en kyfoscoliose aan de rug ontstaat meest-

al gedurende de pubertijd, maar soms ook eerder. Een ernstige

verkromming kan zich binnen een paar maanden ontwikkelen en

tegen de pubertijdsfase verergert de verkromming vaak snel. Bij

sommige kinderen zijn de complicaties aan de organen die hierbij

optreden reden van overlijden in de puberleeftijd [bron: ar]. Van-

wege de osteoporose kan de gewone behandeling van een ky-

foscoliose niet goed mogelijk zijn. Cervicale wervelkolomstenose

is een veel voorkomend verschijnsel

[6]

(zie

2.1.8

).

H1 H2 H3 H4 H5 H6