50
Marshall-Smith Syndroom | 5 Organisatiestructuur van het zorgproces
vorige
Inhoudvolgende
–
–
Schriftelijke informatie overhandigen aan de ouders over zie-
kenhuisprocedures betreffende medicijngebruik (zie ook ge-
neriek thema
Farmaceutische zorg bij zeldzame aandoenin-
gen
), anesthesie en pijnbestrijding bij pasgeborenen.
–
–
Schriftelijke informatie overhandigen aan de ouders over hoe
wordt gehandeld bij incidenten als gevolg van medicijnge-
bruik, anesthesie en pijnbestrijding bij pasgeborenen (zie ook
generiek thema
Farmaceutische zorg bij zeldzame aandoe-
ningen
).
–
–
Schriftelijke informatie verstrekken over eventuele klachten-
procedure (over behandelingen, complicaties, bejegening
etc) in het ziekenhuis.
–
–
Zodra bekent, de ouders informeren over de dag en tijdstip
van de slotbijeenkomst met de ouders, de hoofdbehandelaar
en het multidisciplinair team (zie boven).
–
–
Een lijst met praktische informatie opstellen en deze overhan-
digen aan de ouders tijdens de slotbijeenkomst.
In de generieke zorgthema’s
Communicatie en voorlichting bij zeld-
zame aandoeningen
en
Psychosociale zorg bij zeldzame aandoenin-
gen
, worden de generieke communicatie- voorlichtings- en psycho-
sociale zorgaspecten bij zeldzame aandoeningen beschreven, die
van toepassing zijn een aantal van bovengenoemde punten.
5.2.2 Chronische fase
De chronische fase van de zorg begint bij het ontslag van de 1
e
postnatale poliklinische opname en duurt levenslang. Als in de
acute fase geen definitieve diagnose is gesteld, dient is deze fase
zo snel mogelijk de diagnose gesteld te worden (zie
3.2).
De chronische fase van MSS bevat, naast medische zorg (zie
3.3.2 ),
ook de dagelijkse ondersteuning, pedagogische begeleiding en
onderwijs. De chronische zorgfase is dus niet alléén gericht op
het bevorderen van de groei en ontwikkeling van de baby/kind en
het behandelen/voorkomen van eventuele symptomen, klachten,
complicaties, maar is levensbreed: het bevorderen van de kwali-
teit van leven, en - afhankelijk van de individuele behoefte - be-
vorderen van mentale- en gedragsontwikkeling, sociale participa-
tie en zinvolle dagbesteding. Deze fase bevat ook de transitie van
kinder- naar volwassenzorg (zie
5.2.2.3). Deze gezamenlijke doel-
stellingen komen tot stand door integraal zorgnetwerk, dat als
volgt wordt gedefinieerd: “Zorg gericht op de individuele behoef-
ten van de patiënt, waarbij beroepskrachten uit verschillende sec-
toren of van verschillende organisaties hun activiteiten op elkaar
afstemmen zodat er samenhangend zorg en begeleiding rond de
patiënt is.‘’
Deelnemers aan het integrale zorgnetwerk in de chronische fase
zijn alle zorgverleners, pedagogische medewerkers en andere be-
roepskrachten, die betrokken zijn bij zorg, onderwijs en dagbeste-
ding van het kind met MSS na de eerste postnatale ziekenhuisop-
name (zie
5.2.2.2 ).
5.2.2.1 Het individu centraal
MSS is een complexe systeemaandoening met aanzienlijke men-
tale, verstandelijke en lichamelijke beperkingen. De term ernstig
meervoudig beperkt (EMB) wordt dan ook vaak gebruikt. Al zijn
er een aantal hoofdkenmerken van de aandoening (zie
2.1en
2.2),
ieder individu met het MSS heeft andere symptomen, lichamelij-
ke en cognitieve beperkingen, zoals bij de meeste syndromen het
H1 H2 H3 H4 H5 H6