Een kansrijke start begint nog vóór de zwangerschap
13-09-2018
Het ministerie van VWS lanceerde deze week het actieprogramma Kansrijke Start. De investeringen van de overheid in betere zorg tijdens en na de zwangerschap om te zorgen dat alle kinderen een kansrijke start krijgen, zijn belangrijk. Maar – zo stelt de VSOP – in deze aanpak mag preconceptiezorg niet ontbreken. Waarom dat zo is, wordt uiteengezet in een artikel dat deze week verscheen in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde waar Elsbeth van Vliet -Lachotzki namens de VSOP een belangrijke bijdrage aan leverde.
´Veel stellen zijn zich niet bewust van het belang van een goede voorbereiding op de zwangerschap. Ze komen pas onder de zorg van huisarts of verloskundige op het moment dat de vrouw zwanger is. De eerste controle is vaak rond de 8 weken. En dat terwijl de eerste 10 weken van de zwangerschap cruciaal zijn voor een goede aanleg van het kind` vertelt van Vliet.
De VSOP werkt al jaren aan verbetering van preconceptiezorg. Een doorbraak op dat terrein is de totstandkoming van de Preconceptie Indicatie Lijst (PIL) die moet regelen dat preconceptiezorg beter georganiseerd wordt. De VSOP werkte intensief mee aan de PIL.
‘Voorafgaand aan de zwangerschap kunnen vrouwen al veel doen om hun toekomstig kind een goede start te geven. Stoppen met roken bijvoorbeeld en het innemen van foliumzuur. Dat moet echt al vóór de zwangerschap, niet pas als het predictorstaafje opkleurt’, aldus van Vliet. ´Maar ook – en dat raakt direct aan mensen met een zeldzame aandoening – het medicijngebruik. Ook daarover moet je al vóór de zwangerschap denken´.
Het probleem is enerzijds dat mensen met een kinderwens zich dit niet realiseren en dat een kinderwens doorgaans niet besproken wordt in contacten met zorgverleners. Daar is dus nog veel aan te doen in termen van voorlichting aan het publiek en training van zorgverleners. Maar zelfs als vrouwen die tot een risicogroep behoren, bijvoorbeeld door leeftijd of vanwege een aandoening, dan wordt de weg naar een preconceptieconsult geblokkeerd: het wordt vaak niet vergoed. ‘Preconceptiezorg kan een heleboel leed voorkomen’, aldus van Vliet. 'Verzekeraars erkennen op andere terreinen het belang van preventie wel, maar in dit geval blijft het stil.’
Aangezien bijna 80% van de zeldzame aandoeningen genetisch is, hebben mensen met een zeldzame aandoening ook te maken met risico’s op herhaling bij hun kinderen. Ook daarin kan preconceptiezorg een rol spelen. Wanneer de erfelijke risico’s in kaart gebracht worden, krijgen wensouders de mogelijkheid een weloverwogen keuze te maken. En dat is waar de VSOP vurig voor pleit.
Het complete artikel ´Preconceptiezorg anno 2018´ is te lezen in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde (Ned. Tijdschr Geneeskd. 2018;162:D3076) of online via de website van NTvG.